1
je nog geen stuiver aan kunt overhouden.
Daar had de goede man niet van terug, hij werd boos
over de minderwaardige handelswijze van haar col
lega melkboer en beloofde dat hij hier verandering in
zou brengen.
De penningmeester hield woord; Trjn mocht weer ko
men venten bij de zusters.
In die dagen had zij klanten door het dorp verspreid.
Wjkverdeling kwam pas na de oorlog.
Trjn en Annie hadden beide een bagagedrager aan
het stuur van hun fiets. Daarop stond een houten
kistje waar de melkemmer in kon en in een paar
vakjes stonden de flessen gortepap.
Annie aan het melk venten
Zo fietsten de dames iedere dag het hele dorp door
en vaak moesten zij tussendoor weer terug naar huis
om nieuwe voorraad te halen of bij produkten als
kaas, boter of eieren na te brengen.
Voor de oorlog werd er ook op zondagmorgen melk bezorgd.
De mensen beschikten niet over koelkasten en de melk was niet gesteriliseerd dus in de
zomer maar kort houdbaar.
De winkel
De nieuwe huizen aan de Hogeweg naast de winkel, leverden potentieel een aantal
klanten op, maar de realiteit was anders. De winkel was nagenoeg leeg.
Om een "jzerenvoorraad" te houden is investeren nodig. De kost gaat voor de baat uit.
10