1
er toen nog niet, maar Cor Winder had al wel aan bouwondernemer Neuteboom uit
Heemskerk toegezegd dat die de bouwgrond mocht kopen.
Toen Trijn kwam vragen of zij daar een klein kaveltje van mocht kopen zei Cor ja; dat
stukje moest Neuteboom zich maar niet druk over
maken, vond hij.
Er werd geld geleend en voor 2600,- werd er een
winkel/woonhuis gebouwd op het perceeltje.
Spoedig daarna kwam Neuteboom met zijn bouw
materialen en zo omstreeks het jaar 1933 verrees
het rijtje huizen dat wij, kinderen, de "Amsterdamse
buurt" gingen noemen.
Die naam dankte de buurt aan het feit dat in het
begin de meeste woningen werden betrokken door
mensen uit Amsterdam of elders. In ieder geval niet
door Limmers. Vaak waren het mensen die
gepensioneerd waren van tram of spoorwegen en
die hun laatste dagen in een rustig dorpje wilden
slijten.
Je zou denken dat zo'n rijtje huizen zo dichtbij, de
klandizie ten goede zou komen, maar Emma
vertelde dat dat toch erg tegen viel.
Trijn en Annie in de winkel
Ze vertelde dat zij, als jong meisje, wel naar die mensen werd gestuurd om te vragen of zij
er melk mocht komen venten, maar dat zij, verlegen als zij was, te lang talmde.
Andere melkboeren waren haar dan al voor geweest. Het leven was hard en "de nering
nijdig", zoals dat vroeger werd gezegd.
8