1 Het begrootte de vrouw van de burgemeester zó, dat de zusters dit niet konden zien, dat ze opbelde naar moeder-overste. Ze kreeg permissie om in groepjes het dorp rond te gaan. De zusters hebben er erg van genoten en de mensen van het dorp vonden het prachtig dat de zusters mochten komen kijken. Op 5 mei van het volgende jaar is de helft van de zusters mozaïeken wezen kijken, het volgende jaar zal de andere helft gaan. Op 6 mei kregen de bejaarden een ritje door het dorp aangeboden in een trammetje. In datzelfde jaar wordt er ook voor het eerst gewag gemaakt van het jaarlijkse uitje en de viering van de kermis in het Maria-oord. Aan de manier waarop het in het journaal wordt beschreven is echter duidelijk dat het om bestaande tradities ging. Na een uitgebreide opknapbeurt werd in mei '58 het kerkbestuur uitgenodigd op een diner met daaraan voorafgaand een rondgang door het huis. Met verlof van Amsterdam mochten ze ook de refter zien. De zusters van het goddelijk kind zijn een kloosterorde, maar ze hielden zich bezig met wereldlijk werk. Voor mij was het dan een verrassing te lezen in welke mate de zusters zich van de wereld afsloten. De ouderen onder ons zal deze beslotenheid misschien minder bevreemden. De scheiding was strikt: na het intreden mocht er bv. ook geen contact meer zijn met de familie. Zo kwam mij het verhaal ter ore over ouders van een zuster. Zij konden haar alleen op hun gouden huwelijksfeest nodigen omdat zij het vierden in een zaal van het Maria-oord. Een schrijnender geval vond ik nog het verhaal van een zuster uit ons dorp, die in het Maria-oord was geplaatst. Haar moeder was overleden en stond opgebaard in de kerk. Zij kreeg echter geen toestemming om de begrafenis bij te wonen; zelfs niet om even bij de kist te bidden en een laatste blik te werpen. De persoon die me deze verhalen vertelde verzuchtte dan ook dan het haar niets verbaasde dat jonge meisjes er later niets meer voor voelden. Er waren zoveel andere en betere mogelijkheden gekomen om nuttig te zijn. Kees Droog 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2000 | | pagina 35