Jaargang nr. 13 1999
Als het de agrariërs in de dorpen goed ging, konden ook handwerkslieden en kleinhan
delaren er van mee profiteren.
DE OORLOGSHANDELINGEN VAN OKTOBER 1799.
De in augustus 1799 bij Groote Keete, in de omgeving van Callantsoog aan land
gekomen troepen van de Stadhouder, waren begin oktober tot Alkmaar opgerukt.
Nergens hadden zij hulp van de bevolking gekregen maar zij hadden wel een spoor van
ellende onder de burger bevolking achtergelaten door plunderingen en bruut geweld.
Alkmaar werd ingenomen en de Engels/Russen zetten hun opmars voort in zuidelijke
richting: op naar Haarlem en Amsterdam was hun bedoeling. Maar zover zou het niet
komen.
Op de morgen van de 6e oktober waren de soldaten van het Frans Bataafse leger in
Limmen paraat om de aanval van de vijand af te slaan.
Toen de Engelse troepen in Limmen de gevechten met onze verdedigers aangingen
bleek al spoedig dat die niet tegen de Engelse overmacht stand konden houden.
Zij moesten het veld ruimen, en Limmen viel ten prooi aan de plunderaars van over
zee.
Ook het gemeentehuis moest het ontgelden. De soldaten zouden daar uit zijn geweest
op papier, dat zij zouden gebruiken als proppen achter het kruit. Hoe dan ook, het
aanwezige archief werd vernietigd. Zo komt het dat het Resolutinboek, alsmede de
Handelingen van de Schout in Limmen, eerst beginnen op 10 oktober 1799.
Naar verluidt was ook een kistje met papieren van de Hervormde kerk verdwenen.
De katholieke kerk was aan de plundering ontsnapt. Wel zochten de Engelsen er naar,
want het was bekend dat er in katholieke kerken vaak gouden en zilveren paramenten
te stelen waren.
Nu wilde het toeval dat het kerkje niet meer was dan een eenvoudige schuur maar de
soldaten zochten naar een heuse kerk.
4