Jaargang nr. 13 1999
De regering knutselde snel een antistakingswet in elkaar en de
volksvertegenwoordiging zei daar ja tegen. In de volksmond werd dat wetje de
"Worgwet" genoemd.
Soldaten moesten op de stations de werkwilligen beschermen en dat leverde nogal
eens schermutselingen op.
Het adrenalinegehalte in het bloed van de mensen steeg met de dag en dat miste ook
z'n uitwerking niet op het gedrag van de burgers. De agressie nam soms bedenkelijke
vormen aan.
Hoe was het in die dagen in Limmen
Welnu, ons dorpje was rustig. De overwegend agrarische bevolking bezag al dat
gewoel als een ver-van-mjn-bed-show.
Maar de overheid stuurde natuurlijk allerlei advies en instructies: "hoe te handelen bij
geweld door anarchisten," naar de gemeenten en beïnvloedde daardoor toch het
gedrag van de burgemeester.
Die bracht op zijn beurt zijn angst over op de raadsleden en zo werd ook in de raad van
Limmen een voorstel behandeld om te komen tot de instelling van een korps dat
eventuele gewelddaden van stakende arbeiders kon weerstaan.
In het preadvies schilderde de voorzitter hoe gevaarlijk het kon zijn. Stel dat
spoorwegarbeiders of tramwegpersoneel het in hun hoofd zouden halen om sabotage
te plegen. Er zou moeten worden gepatrouilleerd door leden van het op te richten vrij
willigerskorps uit de bevolking.
Maar de nuchtere raadsleden zagen al snel in dat zoiets onhaalbaar was. Je kon toch
niet van die mensen verlangen dat zij 24 uur zouden gaan patrouilleren.
Zij gaven aan dat het beter zou zijn als de gemeente een plan zou ontwerpen en het
verder aan de raad zouden overlaten of het al dan niet nodig zou zijn om tot actie over
te gaan.
Zij hadden niet de verwachting dat er in Limmen iets zou gebeuren en het is
gerechtvaardigd te veronderstellen dat zij gelijk hadden. Immers verder werd er over dit
onderwerp niet meer gerept zodat Limmen waarschijnlijk wel verschoond gebleven is
van rellen door opstandige arbeiders.
49