Jaargang nr. 13 1999
vrije dagen om dat mozaïek te maken. Ik vond het maar een hoop werk. We hebben er
nog eens één gemaakt van een grote telefoon; die hoorn was zo groot, die moest er
met een kraan van Winder bovenop gezet worden! Op die telefoon stond het telefoon
nummer van de Mekog."
Een paar lakschoenen voor een half mud tarwe
U bent in de oorlog, in 1942 getrouwd. Hoe verliep het toen bij jullie?
"We hadden het moeilijk. We gingen dikwijls op de fiets naar de Noord om eten te
halen. Ik had nog een paar trouwschoenen, van die mooie lakschoenen, en die heb ik
geruild voor een half mud tarwe. Dat ging toen allemaal nog in vol vertrouwen, want ik
had die lakschoenen al afgegeven, terwijl pas veel later die tarwe door een vrachtauto
werd gebracht. We gingen daar ook heen om aren te zoeken; mijn vrouw ging dan wel
mee. Op een keer konden we daar pruimen krijgen. Maar ja, we hadden alleen maar
een rugzak mee. Je begrijpt met die pruimen in die rugzak, dat het sap op 't laatst langs
onze ruggen liep. Nou, ik zei nog: "De pruimenjam ligt op je rug, eer dat we thuisko
men." Verder teelden we hier zelf groenten en aardappelen en zo zijn we die tijd wel
doorgekomen."
Ik weet nog dat ze bij de "Laandervaart" turf hebben gestoken. Heeft u dat ook gedaan?
"Ja, maar bij de Uitgeesterweg. Het was zwaar werk, want je moest eerst een meter
zand eraf halen, voordat je bij de laag turf kwam, die zo'n 70 centimeter was. Je moest
eerst goed steken leren en dan maakte je stapels turven van 10 centimeter en die
moesten drogen. De turf verkocht of ruilde je. De één hoorde van de ander dat wij turf
hadden, en zo kwam bijvoorbeeld de bakker uit Akersloot om te ruilen voor meel. Het
bracht centen op en we hadden meteen zelf brandstof. Aan de boer van wie het land
was hoefden we niks te betalen, want die was blij met ons werk omdat er door de
veenlaag geen water kon komen; het turfsteken was dus goed voor de grond."
35