Jaargang nr. 13 1999
"De eerste paar jaren na de lagere school wel. Net als m'n vader werkte ik bij Scher
mer. Het was hard werken, je moest vijftien heien per dag spitten. Een hei is twee bij
één meter en één meter diep. Schermer was een beste baas. Ik hoorde van een
verhaal op een ander bedrijf dat een man vijfentwintig jaar in dienst was en niks kreeg
van zijn baas. Z'n collega's hebben van hun armoe wat geld bij elkaar verzameld en
voor de man een fiets gekocht. Toen die baas hier van hoorde, kon hij het opbrengen
om de man een middag vrij te geven. Toentertijd had Valkering in Egmond grond
gekocht om bollen te telen. Schermer ging dat ook doen. De grond was daar
verschrikkelijk ongelijk. Eén kant stond helemaal onder water, zodat je er 's winters
schaatsen kon rijden. Die grond moest dus gelijk gemaakt worden. Daarvoor werd
Kees Braak, die van de draaimolen, gevraagd om zijn paard uit te lenen. Dat paard kon
dan de kiepwagen heen en weer trekken over een smalspoor. Valkering had dit werk
uitbesteed, en hun ging het goed. Voor Schermer is het hierdoor verkeerd gegaan. Ik
moest ander werk gaan zoeken en zo kwam ik bij de Lum (Linoleum) in Krommenie,
tegenwoordig Forbo.
Maken jullie dat uit? Jullie zijn ontslagen!
Dat heeft niet lang geduurd, want op een winterdag werd ik ontslagen. Ik werkte met
twee kameraden uit Limmen bij de Lum en die dag lag de sneeuw zo hoog, dat we er
niet konden komen. Er was toen nog geen trein zo vroeg, om 5 uur. Om negen uur
heeft één van ons de baas gebeld dat de sneeuw te hoog lag en dat we niet konden
komen. De baas zei hierop: "Maken jullie dat uit? Voor mij hoeven jullie helemaal niet
meer te komen!" Toen ben ik een tijdje sneeuw gaan ruimen; we moesten overal
vestingen maken en dat werd betaald door de provincie. Kort daarna hoorden we dat er
werk was bij de Hoogovens. Hier heb ik dertig jaar gewerkt. Ik had een hele beste baas.
In deze tijd heb ik nog T.B. gehad en ik kreeg zelfs ziekengeld en versterkende
middelen. Toen ik bij de Hoogovens kwam werkte ik op de kunstmestafdeling. In 1949
waren er twaalfhonderd mensen, omdat alles nog met de hand werd gedaan. Nu werkt
op diezelfde afdeling nog maar honderd man."
33