Jaargang nr. 13 1999
er betaald voor brandstoffen, verzekeringen, dienstbodes en andere zaken.
Er werd in die periode slechts één persoon bedeeld in het Maria-oord, 42,- per
kwartaal. Wat ook neerkomt op ruim 3,- per week. Een andere grote post was de
verpleging van een krankzinnige 425,-) en de dokter 550,- 78,- aan diverse
doktershandelingen).
Er werd ook een particulier betaald, vermoedelijk voor het huisvesten van een derde
persoon, zo'n 56,- Van gemeenteontvanger S. Gijzen werd een deel van dat geld
terug ontvangen.
Het grootste deel van de inkomsten kwam nog steeds uit de landhuren, in 1930 bijna
4500,- Er waren wat inkomsten van rente en van de pacht van de jacht, resp. ca.
200,- en 100,-
Over specifieke ouderenzorg en de behoefte aan meer of betere huisvesting dan 'de
Kamers' bood, is eigenlijk weinig te vinden. Waarom? Waarschijnlijk vielen weinig
ouderen buiten de boot. We mogen veronderstellen dat in de kringen van boeren en
tuinders de familie-solidariteit nog vrij sterk was, en er bovendien (enig) geld en goed te
vergeven was door de ouderen. Ook later werd opname in 'het Gesticht', zoals het
Maria-oord genoemd werd, zo lang mogelijk vermeden. Er waren privé kamers voor de
beter gesitueerden, maar het stempel van armenzorg bleef er nog lang aan hangen.
DE LAATSTE JAREN VAN DE KAMERS
In 1919 wordt bij een enquete opgegeven dat er in de Kamers wonen: 1 gezinshoofd en
3 overige personen. Dat zijn 1 man en 3 vrouwen. Eén persoon is boven de 70, de
anderen jonger. Als reden van de oorzaak van de armlastigheid wordt voor 2 mensen
de ouderdom opgegeven, voor de andere 2 dood of ontstentenis van de kostwinner.
Dus zal het hier weduwes betreffen.
Als speciale toelichting wordt nog het vrije wonen genoemd. Het beheer van de bezit
tingen kostte 14,58. De bedeling in geld en natura bedroegen 130,-. Overige uitga
ven ten behoeve van de
28