Jaargang nr. 13 1999 zorgen uit over het feit dat, waar wezen de eerste zorg zijn voor een armbestuur, deze direct door het algemeen armbestuur worden aangenomen. Het armere RK armbestuur kan dan geen rechten meer laten gelden en moet lijdzaam toezien hoe het stoffelijk gesteunde kind geestelijk verkommerd door gebrek aan stichting. Weliswaar waren er geen gevallen van armlatige wezen geweest in Limmen en het Alg. armbestuur bestond uit 2 katholieken en maar één protestant. Maar er moest voor gewaakt worden dat die situatie zo bleef. Mocht het geval zich voordoen, dan moest het RK Armbestuur zich direct in verbinding stellen met het Alg. Armbestuur en hen verzoeken om een bijdrage in de stoffelijke ondersteuning, zodat het RK Armbestuur zich kon wijden aan de geestelijke ondersteuning van zo'n wees. DE ARMENZORG IN HET BEGIN VAN DE EEUW Het Burgerlijk Armbestuur lijkt meer aan ouderensteun gedaan te hebben; het waren vooral weduwes waar geld aan geschonken werd. Ik heb geprobeerd de leeftijden te achterhalen, maar dat is niet altijd even duidelijk; vaak er zijn meer mogelijkheden of de leeftijd is niet te achterhalen. Over het algemeen kan wel gezegd worden dat het vooral mensen op leeftijd betrof. Weduwes of weduwnaars waarvan verondersteld mag worden dat zij achterbleven met een koppel kinderen lijken vrijwel te ontbreken. Het B.A. trok haar inkomsten grotendeels uit landhuur. Zij bezat land in Limmen, Castricum en Heiloo. Dat is van oudsher ontstaan omdat in de tijd van de Reformatie het land (en de gebouwen) van de Katholieke kerk onteigend werd. Het werd overgedragen aan de Geestarmen, later de Algemene armen. En daarvan was het Burgerlijk Armbestuur de wettige opvolger en erfgenaam. Er was één huis waar 42,- huur over betaald werd. Met nog wat renteinkomsten en terugbetalingen leverde dat in 1910 3165,- op. Buitengewonen baten waren er door de verkoop van houtbos. In Heiloo t.w. van 500,- in Limmen t.w. 1070,- In 1910 werd wekelijks in geld bedeeld: 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1999 | | pagina 27