Jaargang nr. 13 1999
De ziekte zou, zoals men dat beschrijft, "naarbinnen geslagen zijn, en daarbij
verstandsverbijstering hebben veroorzaakt".
Zo staat het te lezen in de Haarlemse bijdrage van het Bisdom.
De zeer Eerwaarde heer Diepenbrock is aan de gevolgen overleden in 1831. Als zijn
opvolger kwam pastoor Kriek van de Egmonden naar Limmen.
Die pastoor Kriek is een heilig pastoortje geweest, vermoed ik.
Er wordt van hem zoveel goeds verteld, dat ik het niet kan laten om hem even in onze
herinnering terug te voeren.
Zo'n kleine posthume hulde mag best eens voor eenvoudige, edele mensen.
Van hem wordt gezegd: "Op den 9e november 1836, in den ouderdom van 57 jaren
stierf hij, arm aan geld maar rijk aan deugden, en werd op den 14e d.a.v. begraven te
Limmen."
Op zijn bidprentje staat: "Een goed en zachtmoedig man, eerbaar van gelaat, zedig van
gedrag, van zijn jeugd in deugden geoefend, die zijn handen uitstrekte en voor het volk
bad.
Hij was het oog voor den blinde, de voet voor den kreupele. hij was een vader der
armen. En de gehele gemeenschap der Heiligen zal zijn aalmoezen vertellen."
Zoiets verzin je niet als er niet tenminste enige relatie mee bestaat, dus ga ik er van uit
dat Limmen aan hem een heel fijne parochieherder heeft gehad.
Zijn opvolger was pastoor Herman Isink. Maar in 1838 wordt de weleerwaarde heer
Schmedding, die reeds vele jaren als kapelaan in de parochie werkzaam was, tot
pastoor benoemd.
Dat bleek een ondernemende pastoor te zijn, in Limmen had de RK parochie nog
steeds slechts de beschikking over een schuurkerk. Daar zou Schmedding verandering
in brengen.
WILLEM I GEEFT ZICH GEWONNEN.
De koning werd door de ons omringende landen gedwongen om zijn strijd tegen de
Belgen te staken en de Belgen hun zelfstandigheid
17