Jaargang nr. 13 1999 HET ONDERWIJS IN DE JAREN '30-'40 VORIGE EEUW. In de omgeving van de NH kerk stond het Limmer schooltje waar de dorpsonderwijzer, Willem Metz, de Limmer jeugd onderwees. Het was een openbare lagere school, gefinancierd door de gemeente. Ook het salaris van de meester werd door de gemeente betaald. Erg hoog zal dat niet zijn geweest want hij had er nog allerlei baantjes bij, zoals koster, klokkenluider en doodgraver. Bovendien, zoals dat in die tijd gebruikelijk was, had je de bovenmeester nodig als je een belangrijke brief moest schrijven. De mensen konden zelf wel lezen en schrijven, maar de stijl bezorgde wel eens hoofdbrekens bij de Limmenaren. Vooral omdat de spreektaal zoveel verschilde van de toen zo hoogdravende schrijfstijl. Voor een kleine vergoeding schreef Willem Metz de voor de mensen zo belangrijke nette brief en ook dat leverde hem dat onmisbare snabbeltje op. Zijn leerlingen waren zeer leergierig. De schoolopziener schrijft lovend over de onderwijs prestaties van de meester, die overigens met strakke hand regeerde en de roede niet spaarde. Misschien waren juist orde en tucht zijn wapens. Leerden de kindertjes zo goed omdat er orde en tucht was, of omdat zij de roede vreesden? Wij zullen het nooit weten. Het begrip: 'anti-autoritaire opvoeding', was nog onbekend en het zou nog 150 jaar duren eer daar mee geƫxperimenteerd werd. Overigens waren er ook toen al mensen die het straffen met roede en handplak steng afkeurden. Zo werden bij meester Metz de 'martelwerktuigen' wel eens in beslag genomen door de schoolopziener. VAN DE DODEN NIETS DAN GOEDS. Pastoor Diepenbrock van de katholieke parochie in Limmen leed aan een ernstige huidziekte. 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1999 | | pagina 17