Jaargang nr. 13 1999 Zoals het altijd gaat in zulke zaken, kreeg men door de jaren heen steeds nieuwe aanpassingen en verfijningen. Aan het eind van de vorige eeuw en aan het begin van deze eeuw voorzag het Tiendrecht in 3 categorieën: Grovetiend: (koren en gaffeltiend); Smalletiend: (peulvruch ten) en Krjtendetiend: (jonge dieren) Dat Tiendrecht was inmiddels handelswaar geworden, zoals bij ons in het verleden de z.g. sierteelt vergunningen en nu nog de melkquota. Bij wet van 16 juli 1907 werd het Tiendrecht opgeheven met ingang van 1januari 1909. Tiendgerechtigden kregen een gekapitaliseerde waarde van de Tienden uitbetaald. Om aan dat geld te komen had de fiscus een opslag op de grondbelasting gelegd voor de duur van 30 jaren. Tot 1939 dus, en de ouderen onder ons zullen zich die opslag nog wel kunnen herinneren. DE BELZEN OPSTAND De reeds in 1830 begonnen opstand van de Belgen had tot gevolg dat er een groot leger paraat gehouden moest worden nabij de brandhaard, dus in Brabant en Limburg. De overwegend katholieke bevolking in die streken baalde van die oorlog en van de koning. Dat hield in dat de met stampende laarzen marcherende soldaten zeker niet populair waren. Alleen al in Noordbrabant waren ongeveer 32.000 soldaten gelegerd, waarvan er 10.000 bij burgers waren ondergebracht. In het algemeen was de toch al arme bevolking krap behuisd en de verplichting om soldaten in huis te nemen was voor hen een ramp. Als vergoeding voor kost en inwoning, dus volledig pension, ontvingen de gezinnen 35 cent per dag. Daar konden zij de soldaten niet voor verwennen en dat deden zij dan ook niet. Integendeel, de jonge kerels kregen veel te weinig te eten en dat bracht veel herrie in de tent. Schelden over en weer leidde vaak tot ruzie en onvrede. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1999 | | pagina 14