Jaargang nr. 12 1998 Handel, visserij en ambacht hebben zich in deze periode op kleine schaal gevestigd. Vanuit Laan en Dusseldorp werden vaarten gegraven naar het Die. Onder Zuideinde werd de Schulpvaart gegraven. Via de vaart, gegraven door de strandwal van Akersloot had men dan via de Oude Nie en Limmergat (naam!) verbinding met het Alkmaardermeer en verder naar het zuiden toe de Zaanstreek enz. De verbinding naar het zuiden via de Dye raakte in onbruik door de aanleg van de Brakersdjk (ca. 1250) en de St. Aagtendjk (ca. 1290). Het ambacht van smid werd beoefend in Laan in de 2e helft van de 13e eeuw. Dit kon archeologisch aangetoond worden door het grote aantal smeedslakken, ovenresten en steenkool. Verder dient nog vermelding het ontstaan van buitenplaatsen vanaf de 14e eeuw (Dampegeest, onder de huidige voetbalvelden bij de Achterweg) en later (mogelijk Den Burg en Clevestein bij Laan). Kort samengevat is de ontwikkeling op de strandwal gronden als volgt: in de 7e eeuw stichtten mensen een klein dorpje langs het water de Dye, aan de zuidrand van de strandwal, alwaar het boerenbedrijf werd uitgeoefend. Van hieruit werden naar het noorden toe langs de westelijke strandwal 2 nieuwe dorpskernen (buurschappen) gesticht. De brede strandwal wordt naar het oosten toe steeds verder geëxploreerd. Waarbij N-Z op regelmatige afstand een weg word aangelegd. Vanuit het buurtschap wordt daarbij, haaks op deze wegen, de dorpsweg met elke nieuwe uitbreiding naar het oosten verlengd. Wanneer omstreeks de 10e eeuw de volledige strandwal word benut en de W-O lopende dorpswegen de oostelijk rand van de strandwal hebben bereikt, wordt hier een nieuw buurschap gesticht. Daar langs de oostrand van de strandwal zich geen bevaarbare waterloop bevindt, wordt er vanuit elk buurschap een vaart gegraven naar het oostelijker gelegen Die. Mark van Raay 61

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1998 | | pagina 62