Jaargang nr. 12 1998
kustregio waterde tot in de 10e eeuw waarschijnlijk af op een zeegat nabij Egmond. In het
noorden van het Almere werd de doorgang naar zee steeds groter zodat waarschijnlijk een
verbeterde waterafvoer naar het noorden ontstond. Het gevolg kan zijn geweest dat het
water via de Dye naar het zuiden werd afgevoerd, waardoor de zeemonding bij Egmond
verdroogde en dicht stoof. Het gevolg was waarschijnlijk ook een verbeterde ontwatering
van het veengebied, die zich mogelijk het eerste in het noorden van Noord-Holland
manifesteerde en zich daarna naar het zuiden verplaatste. Dit kan de oorzaak zijn dat de
ontginningen in het noorden reeds in de 8e/9e eeuw aanvingen en in de zuidelijker regio's
pas omstreeks de 10e eeuw.
De 2 genoemde waterlopen waren er de oorzaak van dat het zeewater, of opgestuwd zoet
water, het land kon binnen dringen. Vanaf ca. 1100 wordt melding gemaakt van
wateroverlast oa in de Egmondse abdij bronnen. Al kort daarna heeft men gepoogd zich
mbv. dijken tegen de wateroverlast te beschermen. Het gebied van Limmen blijkt dus in
het grensgebied van 2 stroomgebieden te liggen (het zgn wantij). Wat al de nodige
discussies heeft opgeleverd van welke kant het water nu eigenlijk is gekomen. Vreemd
genoeg worden de 2 vroegste dijken in Limmen gesitueerd nl. de Zanddijk en de
Limmerdam (eind 11e eeuw). Het verst verwijderd van de riviermondingen! Zowel in het
noorden als het zuiden zien we vanaf de 12e eeuw bedijkingen. Werden ze eerst
aangelegd om woon- en landbouwgebieden te beschermen zoals de Hoge Dijk bij
Egmond. In de 13e eeuw zien we dat de waterlopen zelf worden beteugeld. We zien dus
dat de wateroverlast zowel in het noorden als het zuiden van Limmen voorkomt! Ca. 1212
moet Limmen vanuit het noorden definitief beschermt zijn door aanleg van de dijk Bergen -
Alkmaar langs de Rekere en voor water uit het zuiden in ca. 1250 door aanleg van de
Brakersdijk tussen Castricum en de Limmerkoog. In een oorkonde van Willem I van ca.
1212 word het zoute milieu in Noord-Kennemerland nog genoemd!
Geologisch worden de kleiafzettingen rond Limmen tot de Zijpe afzettingen (vanuit het
noorden dus) gerekend die eerst in zoet, daarna in een
57