Jaargang nr. 12 1998
onderzoek heeft ook informatie verschaft over het landschap in de 12e eeuw. Het blijkt een
open landschap te zijn met weinig bomen. Typische met rogge/tarwe akkers
geassocieerde planten kwamen voor als korenbloem, klaproos, schapezuring, akkerspurrie
en veldsla. In de lage delen groeide rietland, er zijn 10 begeleidende plantensoorten
aangetroffen zoals waterbies en watermunt. Het meest opmerkelijk is dat er planten zijn
aangetroffen uit een kwelder- of zelfs wadmilieu zoals zilte rus, zeekraal, zilte schijnspurrie,
melkkruid,
zeeaster, schorrekruid en schorrezoutgras. Dit houdt in dat de lage delen van de polder
regelmatig met zout water zijn overspoeld! Dit heeft gevolgen voor ons beeld van
overstromingen en bedijkingen in deze periode, maar hierover later meer.
Keren we terug tot de veldnamen.
Namen met maat/meet/mient duiden op onverdeelde (gemeenschappelijke) hooilanden en
komen vaak voor op grensgebieden. Zo word de grens tussen Akersloot en Limmen
gevormd door de mientsloot en een deel van de grens met Bakkum door de Maatweg.
Dit brengt ons op het terrein van de Limmer grenzen. De huidige gemeente grenzen (van
voor overdracht grond aan Castricum en Uitgeest) komen overeen met de grenzen van de
vanaf de 14e eeuw genoemde zgn. banne (de Cock), die weer verdeeld was in
buurtschappen. Maar bestonden deze grenzen voor deze tijd ook al?. In de ontwikkeling
van de rechtspraak kunnen we daarover veel herleiden. In de frankische tijd waren de
grafen in de eerste plaats verantwoordelijk voor de rechtspraak, maar konden
grootgrondbezitters van de koning het recht krijgen zich hieraan te onttrekken en verder
gold de burenrechtspraak: geschillen werden lokaal opgelost. Uit dit laatste kunnen we
opmaken dat het buurschap als dorp(gebied) reeds bestond. Rechtspraak op lokaal niveau
dus, met het veto van de graaf, die geen recht sprak in een aaneengesloten begrensd
gebied. Er was zelfs nog sprake van stammenrecht. Karel de Grote liet van de
belangrijkste stamgebieden in ons land het recht optekenen. In onze regio zal de Lex
Frisionum (Fries recht) belangrijk zijn geweest. Het was ook Karel de Grote die het buren
recht verving door het recht van de schepenen. Daarbij werd een college gevormd van
afgevaardigden (schepenen genoemd) vanuit
55