Jaargang nr. 12 1998
van de Dye: de Stierop en verder de Wormer. De kerken in de langs deze waterlopen gele
gen nieuwe dorpen werden dochterkerken van Limmen: Graft, De Rijp, Jisp, Wormer,
Grosthuizen. Uitgeest en Akersloot waren al dochterkerken van Limmen. Blijkbaar gingen
de kerkelijke en wereldlijke indeling toen hand in hand. Opvallend is dat er in de meeste
van deze plaatsen accijns betaald werd. Dit is een indicatie dat er grafelijk bezit aanwezig
moest zijn, waarschijnlijk verkregen door het opeisen van een deel van het nieuw
ontgonnen land. Later werden deze gronden weer uit handen gegeven. Dit vinden we ook
bij 3 plaatsen in het ontginningsgebied vanuit Velsen, waar zich koningsgoed bevond en in
Schoorl met grafelijke bezittingen.
Deze ontginning werd systematisch aangepakt door parallelle sloten. De verkaveling van
de polders ten westen en oosten van de strandwal van Limmen vertonen een onregelmatig
patroon, deze zullen reeds voor de 9e eeuw in cultuur zijn gebracht. Opvallend is dat de in
de latere overstromingen ontstane veranderingen van de bodem blijkbaar geen
verandering heeft gegeven aan het oude verkavelingspatroon. Wel is dat het geval bij de
laagst gelegen delgronden. Hier zien we dat de nieuwe sloten op deze gronden
georiënteerd zijn.
Veld namen kunnen een indicatie geven van oud grondgebruik. Zo komt de naam kamp
veel voor, ook met voorvoegsel als haver een indicatie voor het gebruik als akkerland. Zo
zien we dat niet alleen strandwalgronden als akkerland werden gebruikt. Dit zal in een
periode gebeurt zijn waarin men aan verbouwen op de strandwal niet genoeg had, bv. door
bevolkingstoename, dan wel wilde men het surplus verhandelen. In welke periode dit
gebeurde is moeilijk te bepalen, maar is een nadere studie waard. Namen met achtervoeg
sel -venne komen veel voor en duiden op weide gronden.
Over de verbouwde gewassen in de 12e eeuw is nu meer bekend door het zaden- en pol-
lenonderzoek van de inhoud van een waterput. Men verbouwde rogge, tarwe, erwten en/of
bonen en vlas. Walnoot, een niet inheemse boomsoort, moet aangeplant zijn. Het
54