Jaargang nr. 12 1998
land en in de lagere delen de weiden, met daarachter het hooiland. Deze ligging van de
boerderijen is tot op de dag van vandaag onveranderd gebleven. Het is waarschijnlijk dat
de huidige Westerweg en de Uitgeesterweg in deze periode zijn ontstaan. De dorpskern
heeft een wegenpatroon gehad die door latere veranderingen is verlaten, zoals we in het
vervolg zullen zien.
Zoals eerder vermeld hebben we in Limmen te maken met grootgrondbezitters: de adel
(de latere graven van Holland), de kerk en na 950 de abdij van Egmond. Het is mogelijk
dat deze een beheersvorm hadden als in de zuidelijke frankische streken, namelijk vanuit
een centrale hofboerderij waar de betalingen van de horige boeren werden geïnd (ge
woonlijk in natura). De huidige opgravingen geven daar echter geen duidelijkheid over.
Daarnaast waren er ook nog vrije boeren en is er in Limmen sprake van een halve vrj-
hoeve, dwz. een hoeve die nog geen deel uitmaakte van het domein, maar wel de rechten
en plichten genoot. Vooral het aandeel van deze vrije boeren in het totale grondbezit is
moeilijk aan te tonen.
Vanaf ca. 840 word melding gemaakt van plundertochten van Noormannen. Deze zijn
echter naar mijn weten nog nooit archeologisch aangetoond. Dit is een vreemd
verschijnsel: het zou te verwachten zijn dat tijdens plunderingen, voorwerpen van de
Noormannen zijn verloren, die in opgravingen worden teruggevonden. Er zijn maar een
paar losse vondsten bekend. Het in brand steken van gebouwen is archeologisch
aantoonbaar, bv. het 8e/9e eeuwse gebouw aan de Zuidkerkelaan is door brand verwoest.
Maar dit is geen bewijs voor een Noormannendaad. Hoe het ook zij, om weerstand aan de
invallen te bieden werden 2 hoofdmannen omgekocht met schenkingen van landerijen, in
ruil voor bescherming. Dit vormde de aanzet tot de bezittingen en macht van de graven
van Holland. Dit werd versterkt door het uiteenvallen van het Frankische Rijk na de dood
50