I Jaargang nr. 12 1998 dacht aan zijn Noren die op zolder lagen. Die dure kostbare schaatsen kon hij toch niet zomaar laten verbranden vond hij. Klaas ging naar boven, maar de rookontwikkeling was daar al zo erg dat hij een dakraampje moest open doen om lucht te krijgen. Daarmee kregen de vlammen uiteraard ook zuurstof en Klaas moest zich haasten om, zonder schaatsen, het huis uit te komen. Alles ging verloren en in korte tijd lag het oudste huis van Limmen als een zielig puinhoopje te dampen. Het dikke rieten dak, de enorme dikke grenen balken, en de dikke stenen muren hadden eeuwen lang weer en wind getrotseerd, maar tegen de verwoestende brand was geen verweer mogelijk. Na de oorlog, in 1945, was een ontredderd Nederland door de Duitsers verlaten. Langzaam herstelde het land zich maar voor velen gang dat te traag. Zij verlieten ons land om hun geluk te beproeven in landen aan het andere einde van de wereld. Zij die bleven bouwden een nieuw Nederland op en zagen er tevens op toe dat het economisch wanbeleid van voor de oorlog niet zou worden herhaald. Er was een goed bestaan voor iedereen mogelijk en Jan Kaandorp, die samen met zijn vrouw Coba al een groot gezin had, ging weer in de bloembollen werken want daar lag toch zijn hart. Hij kwam bij Joh. Nuyens in de kwekerij en export en heeft daar met veel plezier 28 jaar gewerkt. Moeder Coba is helaas al 20 jaar geleden gestorven, maar Jan lijkt onverwoestbaar. EPILOOG

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1998 | | pagina 44