Jaargang nr. 12 1998
Van rechts naar links: Jaap Duykersloot (de koetsier),
mevr. en dokter van Beuningen, een gast en het dienstmeisje.
Ze staan voor de gemeentelijke dokterswoning voor de verbouwing.
Welnu, naar de huisartsenpraktijk van Dr. Roos van den Berg werd Jantje met z'n
vreselijke kiespijn gebracht door zijn oudste zuster. Een flinke scheut jenever zou het
ventje van pijn en angst verlossen en zo geschiedde.
Dokter zette de grote tang op het kleine kiesje en in een wip lag de boosdoener in de afval
emmer. Even spoelen en Jantje mocht weer mee naar huis.
Dat alles gebeurde op de gedenkwaardige 28e januari 1916.
Gedenkwaardig, niet om Jantjes kiesje maar om een heel andere reden.
Die avond brak er brand uit in de molen de Mol, die stond op het puntje waar de Kapelweg
en de Hogeweg elkaar ontmoeten, aan de BN.straat, die toen Molenweg heette.
Die avond ging onze enige en laatste korenmolen in vlammen op.
Een ramp voor molenaar Piet Wezelenburg en voor de velen die daar koren lieten malen,
maar voor de kinderen een aangenaam verzetje.
Zo ook voor de nog treurende Jantje Kaandorp. Hij mocht naar de brand gaan kijken en
daar staarde hij in verrukking naar de gretige vlammen en de brandend neerstortende
35
