Jaargang nr. 12 1998
Ook dit jaar hebben wij de kans om een 100-jarige in het zonnetje te zetten. Het agrarisch
centrum Nuyens dateert van het jaar 1898. Anders dan bij ons mensen, is aan een zaak
de leeftijd niet af te zien. Zij is nog volop actief en bij de tijd. Maar haar geheugen laat haar
wel in de steek. Door opruimen is er weinig archiefmateriaal bewaard gebleven en wie veel
weggooit, heeft weinig meer te vertellen. Daardoor blijft een groot deel van de voor-oorlog-
se geschiedenis in nevelen gehuld en 'van horen zeggen'. Maar ook die verhalen kunnen
ons zeker nog dienen ter 'leringh ende vermaeck'.
HET GESLACHT NUYENS
Het geslacht van de Nuyensen is, we mogen wel zeggen zéér bekend in Limmen. Th.A.
Nuyens uit Haarlem heeft aan de Limmense tak een boek gewijd waaraan de hierna
volgende informatie is ontleend.
De stamvader, Maximilianus Ludovicus Nuyens werd op 2 feb. 1758 gedoopt in
Hoogstraten (België). Op 19 sept. 1783 kreeg hij een examenbrief van het chirurgjnsgilde
in Amsterdam, waardoor hij zich kon vestigen als chirurgijn. Een broer van hem had zich
reeds met hetzelfde beroep in Amsterdam gevestigd. Max zocht het hogerop en kwam op
het platteland terecht. Op 3 feb. 1788 trad hij in Limmen in het huwelijk met Aleida Onstein,
reeds weduwe van chirurgijn/barbier Frans Brakenhof. Ergens vóór, maar misschien pas
op dat moment heeft hij zich in Limmen gevestigd als chirurgijn; bovendien was hij
vroedmeester en barbier.
Zijn afstammelingen hebben zich vooral geconcentreerd op het (kleine) ondernemerschap.
Veel zijn er, hoe kan dan ook anders in Limmen, in de tuinderij en bollenteelt
terechtgekomen. Anderen vonden vooral een bestaan in het winkel-wezen. Kappers,
kruideniers, bloemenzaken. Niet onvermeld mag in dit verband Antoon
Nuyens blijven, die het voor de Boerenpartij tot lid van de 2e kamer wist te schoppen.
18