Jaargang nr. 12 1998 Maar nee, dat vond pastoor geen goed plan, wat moest nou zo'n eenvoudige arbeider met Rerum Novarum, daar zou hij toch te weinig hersens voor hebben en hem alleen maar op slechte gedachten brengen. Zo makkelijk kwam pastoor er echter niet van af, want de volhouder schreef een brief naar de Bisschop met het zelfde verzoek. Prompt stuurde de Bisschop een exemplaar, echter niet naar zijn huis adres maar naar de pastorie, met het verzoek deze uit te reiken aan de arbeider. De parochieherder ontstak in woede over zoveel brutaliteit en begaf zich spoorslags naar het huis van de rebel. De man was naar z'n werk en dat betekende dat moeder-de-vrouw de hele scheldkanonnade van de pastoor over zich heen kreeg. Zo van: Waar de brutale rekel de euvele moed vandaan had om naar de Bisschop te schrijven en dat dit geen stof was waar eenvoudige arbeiders zich mee konden bemoeien. "Ik heb het verbrand, zeg dat maar tegen je man," voegde hij haar nog toe. Om 12 uur kwam de goede man thuis om zijn middagmaal te gebruiken in het vertrouwen dat moeders de prak gaar had. Maar hij vond zijn nog totaal van streek zijnde eega, snikkend van ellende achter het fornuis, met van de weeromstuit nog ongare piepers. Zij vertelde hem wat haar was overkomen en bezwoer hem toch asjeblieft af te zien van verdere stappen, want dat mocht niet van meneer pastoor. Maar in plaats van in z'n schulp te kruipen ontstak hij eveneens in woede en beloofde dat hij het hier niet bij zou laten zitten. Nog die zelfde avond ging er weer een brief naar de Bisschop, waarin ook verslag werd gedaan van de handelswijze van de pastoor. Andermaal stuurde de Bisschop een encycliek op, wederom naar de pastorie, maar nu niet met 'verzoek', maar met 'bevel' om dit exemplaar te bezorgen bij de verzoeker. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1998 | | pagina 14