Jaargang nr. 12 1998
maken en tevens tot rechtvaardige verdeling van de aardse goederen zou moeten leiden.
Die beweging werd het socialisme genoemd. Het woord sociaal stond voor
gemeenschappelijk.
Het is niet moeilijk te begrijpen dat de arbeiders daar wel oren naar hadden. In sommige
industriegebieden sloten zij zich dan ook massaal bij de beweging aan.
De katholieke kerk kon dat in het geheel niet waarderen,
immers; bezit was een natuurrecht, zo was de redenatie,
en dan kon je niet eisen dat er gedeeld zou moeten
worden met niet-bezitters.
God had de standen zelf ingesteld en van de rijken werd
verwacht dat zij de armen zouden voorzien van
aalmoezen.
Wat de socialisten wilden was derhalve in strijd met Gods
plan op aarde en dus goddeloos.
Op grond daarvan moest die stroming dus verboden wor
den voor katholieken, was de mening van de kerk.
Pastoor Peeperkorn
Zoiets moet je plaatsen in zijn tijd; dat waren de toen heersende opvattingen en het duurt
11