Jaargang nr. 11 1997 De vondst van de 2 skeletten uit ca. 700 (de Merovingische periode) is heel bijzonder omdat het de enige graven zijn uit deze periode in heel Noord-Holland. Tevens werd één van de middeleeuwse waterputten onderzocht op zaden en stuifmeelresten. De verrassing was groot toen bleek dat het stuifmeel en de zaden afkomstig waren van zoutminnende planten als zeekraal, lamsoor e.d.; planten die je tegenwoordig bv. in 'de Slufter' op Texel kan tegenkomen. De oorsprong van de put is vastgesteld op de 12e eeuw. Er moet toen dus een open zeegat zijn geweest die het westelijke poldergebied in een kweldergebied veranderde! Uit deze tijd, tussen 1162 en 1334 zjn er 11 historische vermeldingen zware stormvloeden in Noord-Holland bekend. Dit roept vragen op over het functi oneren van de vroegste dijken van Kennemerland, waaronder de Limmer Zandjk en de Limmerdam! De geologie van dit deel van het kustgebied moet voor deze periode worden herzien. Het skelet dat in 1996 is opgegraven door de universiteit van Amsterdam. Het lemmet van een mes is te zien en een gesp, vermaakt van een riem. 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1997 | | pagina 60