Jaargang nr. 11 1997
VERSLAG VAN DE ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP
Rijksweg-de Krocht (tegenover Texaco)
Bij het grote proefonderzoek in 1995 kwam een groot nederzettingsterrein met boerderijen uit de 8e
t/m 14e eeuw aan het licht. In 1996 is het onderzoek door de Universiteit van Amsterdam (het
Instituut voor Pre- en Protohistorie, I.P.P.), in samenwerking met de archeologische werkgroep
voortgezet. Er werd nu naast de lange zoeksleuven ook een bredere werkput gegraven.
Hierbij werden enkele plattegronden van boerderijen uit de 8e t/m 14e eeuw blootgelegd tezamen
met de bijbehorende waterputten.
Grote verrassing was een graf uit ca. 700. De persoon lag op de rug, met de armen gekruist op de
borst en de benen opgetrokken naar links. Daarmee vertoonde het een grote gelijkenis met de
houding in het graf dat in 1992 door onze werkgroep aan de Zuidkerkelaan is opgegraven. Verder
waren er bij dit graf veel grafgiften; op de buik was een dolk gelegd en bij de knieën lagen 2 nog
niet herkenbare voorwerpen van ijzer.
Spectaculair was de vondst van 7 zilveren muntjes die links en rechts van het hoofd, op de borst
en op het bekken werden gevonden. Het Penning-kabinet in Leiden heeft ze gedetermineerd. 6
Muntjes zijn angelsaksisch (uit Groot-Britannië, dus) van ca. 700 en allen voorzien van rune
tekens. Het andere muntje is van friese makelij, ca. 700/720. Deze vondst onderstreept de han
delscontacten van de Friezen, ook met het Angel-saksische gebied.
Beide skeletten zijn verder onderzocht aan de Universiteit.
Het skelet dat in 1992 aan de Zuidkerkelaan werd gevonden was een vrouw van ca. 1,67 m lang
en een leeftjd van 40 tot 45 jaar. Het skelet dat aan de Rijksweg is gevonden was van een man,
van een leeftijd van 20-25 jaar. Verdere bijzonderheden van het laatste skelet: enkele gebroken,
maar herstelde ribben, een ontsteking aan de knieholte, eveneens genezen en de persoon was op
een leeftijd van 3/4 jaar ondervoed of had een chronische ziekte.
58