Jaargang nr. 11 1997
Op een gegeven moment kregen ze te horen dat ze ook wel aan de slag konden met het
plaatsen en verplaatsen van bouwkranen van dezelfde firma op andere locaties. De
Bantam zat daarbij al snel aan zijn maximale capaciteit. Bovendien liep hij op benzine en
had nog massieve assen, zonder vering. Het was geen pretje om er mee rond te rijden,
dus hij werd vaak per dieplader naar een andere klus gebracht.
Daarom is toen de Lorain aangeschaft. Die kon 30 ton hebben. Maar hij was wel moeilijker
te bedienen. Het was armen- en benenwerk. Een goede leerschool voor tal van opvolgers,
toen Winder meer en meer kranen had rijden. Want dat werden allemaal hydraulische
kranen, dus met uitschuifbare gieken. Die waren stukken gemakkelijker te verplaatsen en
meer multifunctioneel, omdat je met de gieklengte en belasting meer kon spelen.
Het kleine hjswerk bij een boorlokatie in Groet opende de mogelijkheid om, met gehuurde
kranen, de verhuizing van een complete boortoren van Amoco aan te nemen. De eerste
verhuizing was van Warmenhuizen naar Limmen, toen er in '68 bij Arie Groot aan de
Oosterzijweg werd geboord.
En dat was de voet over de drempel van een mooie markt. De Amoco en ook de
Nederlandse Aardolie Maatschappij zijn jarenlang een klant gebleven. De belangrijkste eis
was dat ze altijd klaar zouden staan als ze werden geroepen.
Boormaterieel werd over heel Europa vervoerd, bij nacht en ontij en langs vaak
onmogelijke wegen. Dat betekende dat de chauffeur vaak meerdere dagen van huis was.
Een goede reden om een trekker met slaapcabine aan te schaffen.
Wisseling van de wacht
Ondertussen begon de tweede lichting Winders aardig op leeftijd te komen. Meindert
besloot zich terug te trekken als directeur in 1973. Maar Meindert is nog heel lang, tot vlak
voor zijn dood in 1994, betrokken gebleven bij de dagelijkse werkzaamheden.
50