Jaargang nr. 11 1997
Het loon was niet bijzonder; van overuren en vakantie had de oudere generatie nog nooit
gehoord en vrije dagen waren er alleen als er geen werk was. Piet van Gert kon zich nog
levendig herinneren dat hij met Piet van Siem bij hoge uitzondering met de personenauto
weg mocht. Samen met hun meisjes een dagje uit. Maar er stond nog een wagon
eierkolen op het station. Als die een nacht extra bleef staan, zou dat 25,- kosten. Dus die
moest ingezakt en gelost worden; de jongens hadden afgesproken dat ze dat in de vroege
ochtend zouden doen, voordat het zonnetje te veel pikte. En het werd een stralende dag.
Die ze voor het grootste deel in een donkere bioscoop doorbrachten. Want eierkolen zijn
geperst van kolenstof en dat laat makkelijk los; het is erg teer-houdend en brandt de huid.
Met het zonnetje erop wordt het helemaal erg. Piet verschoot ervan toen hij zichzelf in de
spiegel zag. Het was net een tomaat die op zijn kraag stond.
Op de foto: De kolenauto, ca. 1952. V.l.n.r. Piet en Corrie, kinderen van André, Piet Baltus,
André Winder en Meindert Out.
43