Jaargang nr. 11 1997
b: Het tweede deel van dit veengebied ligt ten oosten van
het vorige. Het was een, vrijwel overal, drassig terrein met
twee soorten rietorchissen, rode ogentroost, moerasrol
klaver, dotterbloem, kleine watereppe, pijptorkruid en koe
koeksbloem.
In het derde deel, ten noorden van het eerste, ontdekte
Bennema zelfs parnassia!
De heidevegetatie bij het Die (nu het Limmer Die)
Opvallend was hier vooral de opgaande struikbegroeiing van berk, lijsterbes, kruipwilg en grijze
wilg. Die kennen we trouwens nu nog.
Hier viel vooral de vrij gesloten begroeiing van dophei op, plaatselijk stond kraaihei en tussen de
dopheide, tormentil en veenmos. Er stond ook een zeldzame levermossoort. In de veentjes ten
oosten van het Die vonden we valeriaan, rode ogentroost, moerasvarens, twee soorten
rietorchissen, dophei, zonnedauw en tormentil. De beschrijving besluit met de verzuchting, dat het
gewenst is dat deze gebieden snel tot natuurmonument verheven worden.
De huidige tijd
Gelukkig is die opmerking inmiddels al een aantal jaren verhoord. Het Noord Hollands Landschap
beheert hier naast de veentjes een steeds groter wordende oppervlakte aan weidegronden, tot
vreugde van de weidevogels en allen, die van het veenweide-gebied houden. Er wordt in het
beheer getracht de soortenrijkdom zo groot mogelijk
27