Jaargang nr. 11 1997
"De Zuijdermaat, gelegen Over 't Die"
Al het N.H.L. gebied bij het Die is onder één naam gebracht: 'natuurgebied Het Die'. Eén
veldnaam. Vroeger had elk perceel wel een naam. Met de invoering van het kadaster in 1832 werd
het een nummer. Maar door verkaveling veranderde de nummering en liepen oude en nieuwe
nummers door elkaar heen. De sectiekaarten zijn een lappendeken van getallen geworden.
Ook nu nog wordt er in de Die-terreinen verkaveld. Dat is nodig vanwege het nieuwe
beheersbeleid: sloten worden doorgetrokken, en in de Overdiepolder is zelfs een lange grenssloot
nodig tussen het natuurterrein en het landbouwgebied erachter.
Als men iemand zou vragen naar de "Zodenhoop", weet men die wel te liggen, maar nr. 1080 niet
zo gauw. De naam is een oriëntatiepunt. Vóór het kadaster bestond, werd in
eigendomsoverdrachten de naam van het bewuste perceel genoemd. En ook de namen, twee of
meer, van belendende percelen, bv. "een perceel genaamd 'de Krom Claasen camp van Klaas
Hogebreg', belend de Zuijdermaat ten noorden en de Erve Pieter Visser te zuijden, en een perceel,
belend Dirk Stirop ten noorden en de Zuijdermaat ten zuijden."
De eerstgenoemde Zuidermaat is perceel nr. 93, de tweede is nr. 83 en 84. De Zuidermaat omvat
meerdere percelen. De naam vertegenwoordigt een groter gebied dat begint met nr. 76 en zich
uitstrekt, waarschijnlijk tot aan de Kromme sloot. Aangrenzend in het noorden ligt een blok dat de
"Distermaat" heet.
'Maat' komt in het Overdie voor in de namen van grotere eenheden. De betekenis van het woord
'maat'(maad), 'meet', 'made' of 'miede' is 'maaien'. Dit zo genoemde land was hooiland.
Op de 'kadastrale leggers' staat voor alle percelen in het Overdie als soort van eigendom
'hooiland'. Van hooiland was de grond vaak te drassig voor beweiding met vee. Bekend is dat de
graven van Holland in de middeleeuwen uit Limmen veel hooi betrokken voor hun paarden.
19