Jaargang nr. 11 1997
De ontstaansgeschiedenis van de polder
Toen ongeveer 3500 j. v. Chr. de zee hier het land aan het vormen was, moet dit er hebben
uitgezien als een wad- en kweldergebied met zandbanken (strandwallen) en tussenliggende
strandvlaktes.
De langgerekte strandwallen liggen noord-zuid gericht. De eerstgevormde is die van Akersloot-
Boekel, de tweede die van Limmen-Alkmaar en de derde die van Bakkum-de Egmonden.
Doordat de zee tijdens dit proces stijgende was, werden de meest westelijke strandwallen en
vlaktes ook hoger opgestuwd. Het erachter liggende, oostelijker gebied lag dus lager.
In de betrekkelijke rust die na de vorming volgde ontwikkelde zich in de vlaktes uit een zgn.
moerasvegetatie een dik veenpakket (±1800 v. Chr.). Krachtige zeedoorbraken van de
strandwalkust nabij het (nog niet bestaande) dorp Castricum, vormde in de daarachter liggende
lagere vlakte een binnendelta. De oostelijk gelegen strandwallen werden hier en daar doorbroken
en zelfs voor een deel opgeruimd. Die van Limmen werd (in 't zuiden) tot een punt afgeschuurd.
Het getij sloeg zich een weg tot in het inbraakgebied van het Oer-IJ, een zee-inbraak bij Beverwijk.
Ook in de strandvlakte tussen Akersloot en Limmen had het, ten westen van het nog niet
bestaande Die, enkele stroomgeulen en prielen ingeschuurd en oeverwallen opgeworpen. De
grootste inbraak moet nog vóór Chr. plaats hebben gehad. De tweede, kleinere, vond ongeveer
200 na Chr. plaats. Daarna volgde een dichtslibbing van dit zeegat en een vrij lange
begroeiingsperiode waarin veengroei, voornamelijk bestaande uit riet en zegge in de lagere
drassige delen, opnieuw een aanvang nam. Het vormde hier en daar dikke veenpakketten.
De volgende inbraakfase, van de 4e tot de 9e eeuw, kwam uit het noorden en wel ter hoogte van de
Friese wadden. De stroomsnelheid van het inbraakwater was vanwege de afstand, in onze
omgeving niet groot meer. Alleen de allerfijnste slibdeeltjes, het zgn. 'pikklei', bedekte geleidelijk en
gelijkmatig het al dikke veenpakket in de vlakte en de bodem van de oude deltageulen. Nog hield
het niet over. Vanaf de 10e a 11e eeuw luidde inbraken vanuit de Zjpe, ter hoogte van Schagen, de
periode in van een catastrofale afbraak
13