Jaargang nr. 11 1997 Voor die gevallen moesten de gemeenten lokalen gereed houden en van bedden, medicamenten en voedsel voorzien. Maar dan de verpleegkundigen, waar haal je zo gauw een team geschoolde mensen vandaan? Ook daar werd aan gedacht; er staat: "het designeren van een genoegzaam aantal personen van beide seksen, welke in zoodanigen nood als zieken-oppassers zouden kunnen worden gebruikt; welke personen van eene matige levenswijze en van eene onbevreesde gemoedsgesteldheid zullen moeten zijn". Maar als het noodlot zou toeslaan was het onvermijdelijk dat er slachtoffers zouden vallen. Dat waren mensen die de ziekte bij zich hadden, en men ging er van uit dat de lijken ook zeer gevaarlijk waren. Over dat onderwerp laat ik in z'n geheel volgen wat daarover werd aanbevolen: "Het aanstellen van een genoegzaam aantal lijkverzorgers, belast om de overledenen in hunne woningen of in de plaatsen sub. nr.2 vermeld, in de doodkist te bezorgen, en verder binnen den kortstmogelijke tijd, met de noodige voorzorg van het aantrekken van overkleederen en handschoenen, van gewascht linnen of taf, ter aarde te bestellen; zullende men zich vooral bij de keuze van die lieden moeten bepalen bij gezonde, nuchteren, onbevreesde en bedaarde lieden en vatbaar om de begraving met voorzigtigheid en stilte te verrigten; zullende bij zoodanige begraving alle gewone uiterlijke plegtigheden zooveel mogelijk moeten worden achterwege gelaten, en het lijk alvorens in de kist, waarvan de reeten met pik digt gemaakt en de wanden met chloorkalk gewit behooren te zijn, te worden gelegd, met eene oplossing van chloorkalk rijkelijk moeten worden besprengd, waarna het in de kist gelegde lijk met chloorkalk moet bestrooid en daarop de kist dadelijk digt gesloten worden; moetende het voertuig enz. na de overbrenging naar het graf mede zorgvuldig worden berookt." Over de organisatie en het toezicht op een goed verloop wordt aanbevolen: "Eindelijk wordt als nuttig aanbevolen, om wijk- of 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1997 | | pagina 10