Jaargang nr. 10 1996
de Heer de Hartingh zijn persoon en goederen als borg steldi waaronder
het bezit van de schulpvaart. Op 9 juli 1659 stond de/ heer de gehele
eigendom van de schulpvaart af aan Coijmans e daarmee was de schuld
vereffend.
Joseph overleed in 1677, zijn echtgenote Jacoba Trip in 1678. C curator
van de boedel van Coijmans bracht in 1684 te Amsterdai de schulpvaart in
publieke veiling. Alkmaar had belangstelling Burgemeester Johan van
Egmont van de Nieuwburgh kocht t.b.\ de stad voor f 2150,- "Seeckere
helft van een Schilp-en deurvaai genaemt 'de Limmersche Schelpvaert',
gelegen tot Backum e Limmen omtrent de Voort.."
Onder de veilingscondities behoorde o.a. de gestanddoening va de
contracten van 15aug. 1630en29sept. 1631 metschulpvaai ders,
schepenen en molenmeesters van Limmen, Bakkum e Akersloot.
De contracten
De 'Schilpvaart' was een druk bevaren route. Vooral schuiten me schelpen
zochten hun weg vanaf het 'Schulpstet' te Castricum eigendom van deze
gemeente, naar het stet in Akersloot. Daar werd de handel overgeladen in
grotere schepen die het verde transporteerden naar o.a. Alkmaar. Aan de
Boschweg in Akersloot waar zich het stet bevond lag ook de sluis waar de
'Stooterpacht (Stooter muntstuk van 12,5 cent) werd ontvangen.
Deze'Stoot erpacht' kwam voort uit afspraken, gemaakt in de twee
contracter tussen de Heer van Marquette en de 'polder' met de
schulpschip pers.
In het contract van 1 5 aug. 1630 wordt gewag gemaakt van eer voor de
schippers wel zeer ongemakkelijk obstakel in de schilpvaan nl. een dam
(met pomp:daarmee bedoelde men een duiker) "alwaer die schilpen met
groote moejter ende oncosten moeten overgebracht worden.." De
afgevaardigden van de schippers kwamen met de Heer overeen de dam
en pomp te slopen en daarvoor aan hem te betalen voor elke schuit
schelpen die door de gesloopte dam zou varen twee stuivers "met een
sack goede tarwe alle jaeren, te betalen vóór Sinte Lucasdach.."
7