Jaargang nr. 10 1996 In een akkoord van 1 5 aug. 1630, tussen de Heer van Marquette en de schulpvaarders, wordt dat water 'Schilpvaart' genoemd. En ook kaartjes uit 1635 en 1639 vermelden die naam. Uit het akkoord wordt duidelijk dat de Heer van Marquette en de poldermeesters van de 'Gemeenen Polder' (later de 'Groot Limmer polder') de vaart half en half in bezit hadden. Of het schelpentransport al vóór de verbreding via deze vaart liep is niet zeker. De schulpnering bestond al eerder. In de 'Informacie' van 1514 wordt over Bakkum vermeld "dat zij hem generen (zich in leven houden) met lantelinghe, als mitte koe mit kennep te sajen, luttel coerns te sajen, mit scelpen upte strange (schelpen van het strand) te haelen ende voorts mit spitten ende delven". Gerardus Theod. Langendjck, 1614; kopie uit 1797 De stadt Alckmaer De Heer van Marquette, Maximiliaen de Hartingh, leende in 1 658 geld van Joseph Cojmans, heere tot Njwal, uit Haarlem, waarbij 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1996 | | pagina 7