Jaargang nr. 10 1996
HET BEZIT, GEBRUIK EN ONDERHOUD
van de Schulpvaart onder Limmen
Octroij van de uijtwateringe der Duijnen
Aisdattereen bequame water-loosighe soude worden ghemaeckt daerop
de Beecken van de Duijnen achter Castricum ende Backum souden
ujtwateren, lejdende 't selve water tusschen twee Kadijcken, tot inde
Wtgeester-meer, ende Schermer.. In date den 3 mei anno 1613, ons
vertoont.
De regeerders van de dorpen van Limmen, Akersloot en Bakkum waren
bij elkaar gekomen, samen met afgevaardigden van de Staten van
Holland en de heer van Marquette, om te bevestigen en t bespreken dat
de in Heemskerk wonende Daniël de Hartejng, Hee van Marquette, dit
Huis gekocht had met de bijbehorende goederen waaronder het
duingebied vanaf de duinen van "de Graefljckhejd van Holland totte
duijnen van de Heerljkhejdt van Egmont." Er was een kwestie ontstaan
tot voor "de Hooge Rade, ter sake var het Dujn-val ofte het Duijnwater"
dat problemen gaf aan de drie genoemde dorpen. Daar moest iets aan
gedaan worden. Er werd verzocht om een octrooi om een waterlozing te
moger "leggen ende maken, ende daertoe mede moghen implojerer
(gebruiken) der particuliere ejgenaren landen en gronden" waardoorheen
gegraven moest worden. De onkosten waren kennelijk voor beide partijen.
Duidelijk wordt niet uit het stuk of hier bedoeld wordt het graven van een
nieuwe vaart. Het is waarschijnlijker dat een bestaande vaart hier en daar
verbreed werd en dat met smalle dijken het overstromingsgevaar
ingeperkt werd. De aansluiting op de duinbeken werd vermoedelijk wel
vernieuwd en verbeterd in een noord-zuidelijk lopend bekenstelsel, dat
verbinding had op de vaart en het duingebied. Opeen kaartje uit 1614
(een jaar na het octrooi) staat de situatie afgebeeld. Eenzelfde afbeelding
staat op een kaartje, 1e helft 17" eeuw. De naam van de verbreedde vaart
op dit kaartje luidt: 'Ljmmer-wateringe'.
5