Jaargang nr. 10 1996
Portici" wordt opgevoerd in de Stadsschouwburg in Brussel en avond aan
avond de aria "heilige liefde voor het vaderland" de gemoederen tot het
kookpunt opzweept, is de maat vol. De Belgen kunnen geen Hollander
meer zien en de revolutie is volkomen. De inmiddels in de Schelde
gearriveerde kanonneerboten zaaien nog wel wat dood en verderf, maar
het verzet is niet meer te stuiten. In de haven van Antwerpen probeert Jan
van Speyk weg te komen met zijn kanonneerboot, maar de strakke wind
waait hem naar de kade waar de Antwerpenaren dat kluifje wel even
willen verorberen. De radeloze Jan vluchtte het kruithok in alwaar hij zijn
historische woorden sprak alvorens zich met schip en al te lanceren.
Ik heb geprobeerd na te
gaan of er bij al die
dienstplichtige soldaten ook
Limmers waren. Daarvoor
heb ik o.a. de naamlijst van
de Schutters van Alkmaar en
omgeving nageplozen, maar
helaas, daarop komt geen
enkele Limmer voor. Min of
meer bij toeval heb ik echter
toch twee Limmers ontdekt
die in
dienst van Koning Willem in
de "Belzenopstand" hebben
gevochten blijkens aan hen
uitgereikte oorkonden en
medailles. Die twee waren:
Jan Nuyens Maxzn. en Jan
van der Steen Antzn.
De penning van J.P. Nuyens
64
