Jaargang nr. 10 1996
Huygens zou hiervan gezegd hebben: "keer om Uw tijdglas het schijnt wat
nieuws te wezen, maar het loopt gelijk het liep en 't is al het zelfde zand."
Of de Ambachtsheer zijn macht gebruikte om bij de samenstelling van de
raad uitsluitend hem welgevallige mannen voor te dragen, zullen wij nooit
weten. Maar kwaaddenkend als wij tegenwoordig zijn, mag het niet
uitgesloten worden geacht. Toch moeten wij met ons oordeel voorzichtig
zijn want van Jacob Weldijk is ook bekend dat hij een zeer beminnelijk en
beschaafd mens was.
Behalve Heer van Limmen en burgemeester, was hij ook schoolop-
ziender en in die hoedanigheid deed hij zeer veel voor de vernieuwing van
het onderwijs. Van een idealist als hij was, mag je verwachten dat hij op
de eerste plaats gewetensvol heeft gehandeld.
De vroedschap bestond in die dagen uit
stond de burgemeester en die werd
bijgestaan door twee assessoren, de
overige vier waren raadsleden. Elke
twee jaar traden twee leden af, maar
men deed over opnieuw benoemen niet
moeilijk. Even een briefje naar de
Provinciale Staten en het werd
geregeld.
Echte verkiezingen bestonden nog lang
niet. Wel werd er gestemd, maar dat
was alleen voor de Provinciale Staten,
verder ging alles getrapt. Provinciale
Staten kozen de 2e kamer en uit de
Statenleden werden V kamerleden
gekozen en de Gedeputeerden.
Ds.J. Weldijk
zeven mensen. Aan het hoofd
60