Jaargang nr. 10 1996
gaten dat het in Frankrijk ook niet alles was. Hij kreeg 'pech' op een
spoorweg-overgang; en laat er nu net een trein aankomen! Zonder
vrachtwagen hadden de Duitsers niet veel aan hem, dus kon hij weer naar
Limmen. Een andere werknemer van de firma reed met zijn vrachtauto
van de weg af, de sloot in. Dus daar was ook niet veel meer aan te
vorderen.
Een paar paardenwagens werden verstopt achter stapels turf. Dus die
bleven ongemoeid. Meindert liet een Diamond, een vrachtauto, door
Beers ombouwen tot trekker. Daarna zouden ze hem verstoppen. Maar de
dag dat hij hem weer ophaalde bij de garage, stonden de Duitsers op de
stoep. Hij vermoedde dat er verraad in het spel was geweest.
Het huis van Gert is nog enige tijd gevorderd geweest; toen zaten ze zelf
aan de Westerweg. De garage zelf is veel langer in gebruik gebleven.
Daardoor zijn er nog vaak Duitsers ingekwartierd geweest. Ze hadden
mazzel, het waren niet de meest beroerde. Ééntje, een Pool, had zelfs
zo'n hekel aan de Duitsers dat hij zoveel mogelijk stal, wat soms een
voordeel was.
Met Dolle Dinsdag vertrokken de Duitsers hals over kop. Gert probeerde
de zaak nog in de gaten te houden, maar kon niet voorkomen dat de
Duitsers alles meenamen wat los zat. Toen ze poolshoogte gingen
nemen, wilde jonge Piet het licht aandoen, maar hij greep in de kale
draad, want zelfs de schakelaars waren weg gesloopt.
Daarna werd in de garage de gaarkeuken gevestigd. Gert en Siem
konden daar aan het werk. Daarover is al genoeg geschreven in de
speciale uitgave van Oud Limmen. De kinderen van Gert hadden weinig te
klagen in de Hongerwinter de gaarkeuken naast de deur en een vader
die er werkte had toch wel bepaalde voordelen.
Niet alleen materieel, maar ook op het persoonlijke vlak kreeg de familie
Winder in die jaren flinke verliezen te verwerken.
Mei 1945 hadden ze nog één auto, een dump-Chevrolet van de Duitsers,
in camouflagekleuren. Maar ook die hadden ze op een
46