Jaargang nr. 10 1996
Meindert vertelde echter dat zijn vader eerst eieren ventte in Overveen en
Bloemendaal. Maar dat ging gauw vervelen. In 1899 kreeg hij de
gelegenheid te beginnen als vrachtrijder. Er is echter een rekeningboek
van Pieter bewaard gebleven, dat teruggaat tot 1895. Daarin staan
voornamelijk brandstoffen vermeld. Andries komt in dat boek niet voor.
In 1895 en 1896 reed Pieter dus voornamelijk brandstoffen. De prijzen?
40 cent voor 100 Briketten, 50 cent voor een mud Cokes, 80 cent voor
een mud steenkool, f 1,- voor een mud 'Neutjes'. Turf was al aan het
verdwijnen, maar hij leverde 500 'Korte' voor ƒ2,25 en 500 'Lange' voor
f 2,75. Er was één klant die klompen bij hem kocht, voor ongeveer een
kwartje per paar. Het jaar 1895 was bepaald kalm; 39 vrachtjes naar 8
klanten voor een totaal van f 72,13.
Het is voor de borst te hopen dat hij andere zaken had, waarvan geen
boek meer bewaard is gebleven. Vermoedelijk had hij toen een groot deel
van zijn inkomsten uit andere bronnen. Overigens is het niet zeker dat hij
contante betalingen in zijn rekeningboek noteerde. In 1896 werd het iets
beter: 86 leveringen aan 14 klanten voor f 208,85. Daar waren een paar
flinke klanten bij, zoals de Trammaatschappij die in 15 dagen tijd 26,5
hectoliter kolen bij hem kocht.
Ook van zijn kostprijzen kan ik u een indruk geven. Voor 5000 Korte
Turven betaalde Pieter in 1899 f 1 5,50, voor 5000 Lange Turven f 17,50.
10 Ton Briketten, geleverd in Castricum kostte tussen de f 16,- en f 12,-.
10 Ton steenkool kostte tussen de f 26,- en f 28,-. Een deel van zijn
materialen kwam ook per tramwagon.
Bij het doorkijken van de boeken valt het op dat hij soms lang op betaling
moest wachten. Het bontst maakte een klant het die tussen november
1896 en februari 1897 voor ruim f 56,- kocht en dat in november 1897
eens betaalde.
Dat is natuurlijk de dood voor een beginnend bedrijf. Pieter zal tot de
conclusie zijn gekomen dat er in brandstoffen alleen geen brood was te
verdienen.
34