Jaargang nr. 10 1996 Een nog al eens door boeren toegepast trucje in die tijd was om het varken te laten "verjongen". Men verkocht dan de fokzeug voor veel geld en kocht (zwart) een jong ding terug. Dan kon je wat verdienen want ja, je moest op z'n tijd toch ook knip weer eens wat vullen en die controleurs, nou ja die liepen toch meestal met ogen dicht, vonden de boeren. Ook Jaap paste de truc toe, hij verkocht z'n prachtige zeug en ging met z'n goed gevulde beurs de boer op om gauw even een jong zeugje te kopen. Maar nee; nergens was een zeugje te koop en tenslotte besloot om dan maar een bargje er bij te kopen, er moest toch wat in het hok zitten voor de controle. Dus moest dat bargje voor zeug spelen het was niet anders en het end moest de last maar dragen. En dat zou het ook, hoor maar naar Jaap's relaas: Er ging enige tijd overheen toen er een controleur kwam om te beoordelen of het door Mooj bestelde stroo wel echt nodig was. Toen dat was vastgesteld zei de man: "Zal ik meteen maar even naar jouw varkens gaan kijken, ik ben hier zo mooi en dat spaart mij een rit uit." "Ja, dat is goed hoor" zei Jaap, en hij liep met kloppend hart en kromme tenen in de richting van z'n twee jonge waarvan er een voor meisje moest spelen. Bij het hok gekomen gaf hij ze snel even wat voer in de zeunis zodat ze met de voorkant naar de controleur stonden. "Mooie beestjes" stelde de controleur vast, alsof hij er verstand van had. "Maar wanneer krijg je biggen?" "Tja, "antwoordde Jaap weet het niet, ik kan er nog geen biggen in krijgen." Een paar weken later komt hij weer langs en bevond alles in prima orde, maar jammer dat er nog geen biggen waren. Maar dan gebeurt het. Jaap kwam juist uit het land naar huis om te eten, toen hij een fietser het erf op zag komen met een aktetas aan z'n fiets. Dat was het stereotype van de controleur in oorlog tijd; Jaap wist het meteen, daar was hij weer. "Ja Mooj" begon de beambte, "ik heb niet zo'n leuk bericht. Alle zeugen die geen biggen werpen moeten worden ingeleverd, nu masr hopen dat jouw zeug inmiddels wel biggen heeft" en hij liep naar 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1996 | | pagina 30