Jaargang nr. 10 1996
Laat in de namiddag kwam een man uit Heiloo, die zich over hè had
ontfermd, op de fiets met Jantje het erf op rijden. Hij was zonder erg
achter de muziek aan gelopen en in Heiloo begon hij te merken dat hij
zich op vreemd terrein bevond. Daar stond hij dan, zich afvragend waar
ben ik en hoe nou verder
Behalve de muziekmakers waren er de venters met garen en bar of
galanterien, maar ook consumptiewaren als vis en koek. In de vastentijd
kwamen er altijd wat meer visboeren omdat dan de zuiderzeeharing
gevangen werd. Die was zeer smakelijk en we als bakbokking in Limmen
erg veel gegeten. In de sinterklaastijd en kerstmis kwamen er koekventers
het dorp door. Een man die overigens het hele jaar door met koek ventte
was Jaapie de Lange. De man deed z'n naam geen eer aan want hij was
een klein kereltje, vandaar dat hij door de mensen als "Jaapie werd
aangesproken.
Maar die Jaapie dan, die liep met z'n handeltje op een sierlijk kruiwagen
het dorp door. Op die platte kruiwagen had hij zijn assortiment koek
uitgestald. Prijskaartjes daar bijleggen was was lastig, want met die altijd
heersende westenwind in ons dorp blijven die geen minuut liggen.
Gelukkig was dat ook niet nodig want Jaapie rookte een pijp en hij kende
de prijzen van zijn produkten helemaal uit z'n hoofd.
Die combinatie was voor zijn negotie juist voldoende: hij gebruikte zijn pijp
als aanwijsstok door die bij de kop te vatten en met de steel naar beneden
wijzend boven het produkt, meteen de prijs te noemen, die hij zo uit z'n
geheugen kon opdiepen. Een eenvoudig doch vindingrijke oplossing. Dat
er wel eens wat tabakssap uit d pijp naar beneden sijpelde, vond Jaapie
niet erg; daar frist 'n pijp alleen maar van op.
Of de koekhandel erg succesvol was weten we niet, maar het mag worden
betwijfeld. Toen ik een kind was ventte Jaapie met petroleum, herinner ik
me. Hij reed toen met een klein handkarretje e een rond tankje er op door
het dorp. De koekhandel was toen al aan kant gezet.
23