Jaargang nr. 10 1996
Nou vonden ze het niet zo erg dat Jaap in werkelijkheid een gezonde
hollandse jongen was, maar ze wilden even een briefje. Vader Mooj
bracht in het geding dat Jaap niet wilde eten als hij op school zat, terwijl hij
at als een dijker indien hij lekker bij huis studderde. Dokter van Oppen
snapte best waar het om ging en had vaak in soortgelijke gevallen wel een
salomonsoordeel bij de hand. "Nou ja" sprak de geneesheer: "ik zou wel
kunnen schrijven dat de buitenlucht voor hem beter is dan de
schoollokaallucht". Dat was de oplossing en voldaan en opgelucht
keerden vader en zoon huiswaarts en kreeg meester Mok het waardevolle
document onder z'n neus gedrukt. Zo kwam Jaap als jongen van 11jaar
als hulpje op de boerderij.
Achter de boerderij, waar nu het voetbalveld is en waar het in 1846
gesloopte landgoed Dampegheest heeft gestaan, was in die dagen
een "bedoening" van Arie Schermer gevestigd.
Schermer had daar een paradijsje ingericht. Er liep daar allerhande
vee, van kippen tot paarden maar ook teelde hij daar bloemen,
bollen, planten en fruit.
Als het daar druk was vroeg Schermer aan vader Mooj of Jaap hem
mocht helpen en dat was voor de jonge knaap een waar feest. Hij
genoot enorm van die rijkdom aan flora en fauna en het was voor
hem een waardevolle leerschool.
Onze levensader
Het stet, zo vertelde Jaap, was onze levensader. Bijna alles kwam via het
haventje Limmen binnen en daarom waren er nogal wat bedrijfjes in de
nabijheid van het stet gevestigd. De fouragehandel en meelmaalderij van
Siem Admiraal werd met schepen bevoorraad. Dat was een enorm
gesleep; met zakken en dozen op de schouders werd het spul uit de
schepen naar de schuur gesjouwd. Hetzelfde gold voor de
steenkolenhandel van Gerrit Mooij op het hoekje van de Achterweg en het
Vislaantje. Aan de overkant daarvan was de melkfabriek Hollandia. Of
eigenlijk was het geen echte melkfabriek maar een dependance van
melkfabriek Hollandia uit Purmerend.
18