Jaargang nr. 10 1996 Maar zo'n brief werd ook toen door het gemeentebestuur "aangenomen voor notificatie" zoals dat heette. Nu zeggen wij "voor kennisgeving aangenomen." Daar was de vergadering gauw mee klaar en dus bleef er tijd o\ om over andere dingen te praten, dichter bij huis. Het tweede, en tevens laatste punt was het stet; dat ging zo: ervaring gekomen zijnde dat men op het Disseldorperstet differente hoope van deze en geene dingen, ja selfs van vuijlnis en mest van de eene maand tot de andere laat staan en daar sulks strijdig is m de aart der stelten welke alleen moeten dienen tot in- en uitslee plaatsen.."..enz. Zo werd in die vergadering besloten om een verordening te maken waarin misbruik van de laad- en losplaats werd aangepakt. In d verordening moest komen te staan dat voortaan op de stetten (dus ook op de anderen), goederen van welke aard ook, niet langer dan een maand op de kade zullen mogen staan of liggen. Voorts dat jaarlijks op de zgn. "12 mei schouw" alle dorpsstetten geheel leeg zullen moeten zijn "....alles op de boete van 52 stujvers door diegeene te verbeure wiens goederen langer als de gestipileerde tijd off bij de sogenaamde 12 meij schouw op het voorseide op andere dorpstetten bevonden werd." De secretaris, Jacob Laarman, kreeg de opdracht om daarvan een keur in elkaar te zetten en die op de eerstvolgende vergadering va de Limmer vroedschap ter beoordeling voor te leggen. Nog in de 18e eeuw waren er in Limmen 8 schippers en bovendien werd het stet bezocht door schippers uit Akersloot en Bakkum me vracht voor Limmen of om daar vracht op te halen. Het zal er dan ook rond het stet zeer nijver hebben uitgezien in die dagen. Maar zoals het vaak ging en nog steeds gaat, de conjunctuur vertoont golfbewegingen en ook toen raakte een keer het vet van de ketel. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1996 | | pagina 16