Jaargang nr. 10 1996
Op 4 mrt. 1931 is er een brief van het Provinciaal best. van N.h land aan
de dijkgraven van de Groot Limmer Polder: "Dat het c minder gewenst
voorkomt, dat de heffing op de Schulpvaart, we naar onze mening als een
openbaar vaarwater is te beschouwt wordt bestendigd. Deze heffing toch,
welke uit een destijds getr fen privaatrechtelijk regeling is voortgesproten
en niet door eni overheidsdaad is bekrachtigd, dient niet ter bestrijding van
kosten van eenig werk, gemaakt, of enige dienst, verricht in r belang van
degenen, op wie de heffing drukt., dat deze eigenar met deze heffing
kennelijk niets anders hebben beoogd dan vc zichzelve een zeker
voordeel te reserveren, waar geen bijzonde lasten tegenover staan
12 mrt. 1932, Alkmaar: "Wij zullen moeten berusten in de uitspra van de
minister van Waterstaat, 4 febr. jl. dat de Stooterpacht ni behoort te
worden gehandhaafd.. Intussen vervalt voorhands h motief voor de gem.
Alkmaar om bij te dragen in de kosten v, onderhoud van de Vlooisbrug,
immers dit onderhoud wordt ten de bekostigd uit de opbrengst van de
Stooterpacht."
Aan dat onderhoud van de brug droegen de polder en de stc Alkmaar
ieder de helft in een som van f 30,- bij aan het Ri (Waterstaat). Die had
van hen op 21juli 1845 overgenomen "h eigendom en de last tot herstel
en onderhoud van de zgn. Limme of Vlooisbrug, gelegen in de weg der 1e
klasse No. 4." Op 1jan. 1936 verviel de betaling van de retributie van f 30,
"met dien verstande, dat de 'Groot-Limmerpolder' aan de Staat ee
afkoopsom zal betalen, groot f 300,-."
Tot aan 1942 is er nog naar'schelpen gevist. Tijdens de oorlog we
Bakkum 'Sperrgebiet'. Sindsdien was het over en uit (Zie 'Histori van
Castricum en Bakkum' door D. van Deelen).
Kees Drujven
13