Jaargang nr. 9 1995 over me en dacht ik: "een Duitse tank". Buurvrouw Trijn hoorde ik een gil geven; vader gooide zijn klompen uit en rende naar de voorkant van het huis. Toen hoorde ik Piet van der Eem, de bakker, luidkeels lachen. Daardoor kwam ik gelukkig weer terug tot de werkelijkheid, van: "Dat moet meevallen". Maar ik was toch wel erg nieuwsgierig wat er nu toch gebeurd was. Vader was er eerder en ik hoorde Piet van der Eem tegen vader zeggen: "Dat was toch ook wat Arie; ik had er met mjn bakfiets nogal aardig de gang in en om Trijn, die lieveling, niet van haar sokken te rijden, kom ik effe te veel naar het midden van de weg. Ik steek ook m'n hand nog op naar Kees Dirkson in het weiland en dan raak ik met de spil van die bakfiets toch dat paardepadje, dat hier veel te hoog ligt ten opzichte van de rest". "Nou" zei vader, "je bakfiets is niet direct nieuw meer, maar hij moet toch nog wel tegen een stootje kunnen, het gaf toch een kabaal." "Ja Arie" gaf Piet weer, "je hebt gelijk, mijn bakfiets is niet nieuw meer, maar het kan zó gek gaan; ik had daareven toch bijna een nieuwe." "Nou Piet" zei Trijn, "hoe dat?" "Wel" zei Piet, "ik kwam daarnet Piet Breed tegen en die heeft een nieuwe. Ik zeg: "Moeten we ruilen"; nou, hij zei "Nee", maar anders zou je zó een nieuwe hebben." "Och Piet van der Eem, vent" reageerde Trijn. "Nou ja Trijn" lachte Piet, "het kwam goed af, je ziet d'r nog wel bleek van." "Wat dacht je, man?" zeiTrjn, "ik verschoot me dood!" - let op ons taalgebruik. Daarna liep Trijn naar huis en leefde met Gert nog lang en gelukkig. En dat Leven met Gert is ook een stukje historie van Limmen. Buurvrouw Trijn, van haar meisjesnaam Valkering, was getrouwd met Gert Hermes: prachtige mensen. Zij bewoonden het tweede huis rechts vanaf de B.N.straat aan de Westerweg, waar Gré en ik nu wonen. RADIO-DISTRIBUTIE In dat huis was toen de ontvangst van wat genoemd werd 'de Radiodistributie'. Daar kon je je op abonneren; kosten 50 cent per week. 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1995 | | pagina 36