Jaargang nr 8 1994
waar men vandaan kwam werd verzorgd. Oorlogen buiten het eigen
grondgebied kwamen voor rekening van de graaf.
In 1352 werd bepaald dat wie 100 Hollands ponden aan vermogen bezat,
(100 Ib. HolI. f 100,-. De koerswaarde van de verschillende munten
schommelde nogal eens door een mindere goud- of zilvergehalte. De
bedragen zijn om en nabij.) moest hebben "vol harnask", maliënkolder,
scheenplaten en helm. Hij die 50 Ib. Holl. f 50,-) "toe ghegoet is, die sal
hebben spondier (helm), wapen scoen, staf (knuppel), knjf (dolk) ende
daertoe behoort." Bovendien was iedereen, huislieden incluis, verplicht het
benodigde wapentuig gereed te hebben liggen, en beschadigde of
ontbrekende spullen in goede staat te brengen.
Zilvergeld: 4.1 Groot, geslagen door Albrecht (1401)
4.2 Leeuw, geslagen door Willem VI (1411)
4.3 Tuin, geslagen door Jan van Beieren (1422)
4.4 Kromstaart, geslagen door Philips van Bourgondië
(vanaf 1429)
8