Jaargang nr 8 1994 Verkeersaders in Limmen waren vooral de Dusseldorpervaart met als haventje 't Stet en pas daarna de Rijksstraatweg. Enkele weken per jaar kon het een drukte van belang zijn op 't Stet. 5 Schippers, waarvan 2 uit Limmen, voeren regelmatig heen en weer tussen Limmen en het Alkmaardermeer of verder. Mest, riet, graan en bouwmaterialen was de voornaamste aanvoer, bollen, melk, diverse andere produkten en huisvuil werden afgevoerd. De meelmaalderj van Admiraal stond er vlakbij, evenals melkfabriek Hollandia. 't Stet (van de Dusseldorpervaart) was ook de centrale opslag plaats voor bouwmaterialen, het stet van de Laan voor huisvuil. In de jaren 20 werden de vaarwegen door vrijwel de hele polder zó ondiep dat het voor de schuiten moeilijk varen werd. Er werd in 1926 dan ook besloten de Dusseldorpervaart en de Schulpvaart tot aan de sluis van Akersloot uit te diepen. Dat was in '27 gereed. In de tussentijd was de zuidkant van 't Stet van een betonnen beschoeiing voorzien en diverse andere verbeteringen werden aangebracht. Voor vervoer waren de meeste mensen aangewezen op de benen. De wat beter gesitueerde Limmenaren hadden vooral fietsen, die er toch al vrij veel waren; ondanks de crisis en de heersende armoede kon men zich deze nog wel permitteren. Maar er waren er die lopend naar het werk moesten, in Alkmaar! Vracht werd met paard en wagen vervoerd of met de hondenkar. De laatste was vooral gezien bij de kleine kruidenier; ideaal voor het uitventen van kleine waren en goedkoop om te voeren Vanaf 1896 reed er een stoomtram door het dorp. De dienst, tussen Alkmaar en Haarlem werd in 1924 opgeheven. Er werden nog pogingen gedaan om de tram op een korter traject te handhaven, maar dat mocht niet baten. Daarna was men voor het personenvervoer aangewezen op zgn. 'wilde bussen'. Een dienstregeling bestond daarbij nauwelijks. De raad achtte het onrendabel en gevaarlijk, maar had geen alternatief. 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1994 | | pagina 47