Jaargang nr 8 1994
LIMMER
BJÜiiESWfiCHT
in het verleden afzanden om wat dichter bij het grondwater te komen. Dat
zand was op wallen gereden en begroeid geraakt. Achter de wallen waren
bosjes van kreupelhout, mogelijk met de bedoeling omdat t.z.t. als
geriefhout te kunnen gebruiken en vroeger ook wel als brandhout.
Van eigendomsrechten trokken wij ons eigenlijk niet veel aan, wij kwamen
door dat hele gebied en de eigenaren waren vrij gemoedelijk. Maar omdat
wij zelf ook kinderen van agrariërs waren liepen wij natuurlijk nooit over de
gewassen maar bleven op paden en greppels als wij door de tuinen
liepen. Zo waren wij opgevoed.
In die dagen was het bosje wat nu het verkenners bosje wordt genoemd
een eiken kreupelbosje. Nu, na 60 jaren zijn het volwassen bomen
geworden. In de oorlog '40-'45 heeft dat bosje voor ons een belangrijke rol
gespeeld; zie het verhaal van Ad Valkering in jaarboekje 2.
31
1 >>0
De Limmer burgerwacht in 1929, hier bij een schietoefening. Op de foto vlnr.:
Piet Commandeur, Piet Peppinq, Dirk Schoenmaker, Siem Pepping, Wouter
Kraakman, Jaap Metzelaar, Jan de Winter, Syfert Commandeur, Bertus Groot,
Jan Stuifhergen, Klaas Zomerdijk, Jaap Groot, Engel Pepping, Siem Gijzen,
Hendrik Metzelaar, Cor Wejers en Kees Mooj.