Jaargang nr 8 1994
voor Gerrit Brakenhoff, want mijn geweten was ook niet altijd
brandschoon.
Toen hij weer eens achter een groepje jongens aanzat en z'n klompen in
zijn handen had genomen om op sokken harder te kunnen lopen,
struikelde hij op het moment dat hij Cor van der Peet bijna te pakken had.
Languit op de grond liggend smeet de woedende man z'n klomp achter de
vluchtende Cor aan, die met een daverende klap niet tegen het hoofd van
Cor, zoals de bedoeling was, maar tegen de wal aan splinters viel.
En zoals het dan gaat, de jongens kraaiden victorie en de gesneuvelde
aanvaller werd naar hartelust uitgelachen. Dan was het zaak om voorlopig
met een kringetje om de man heen te lopen.
NOSTALGIE
De schietbaan was gemeente-eigendom; dat leek gemakkelijker maar dat
is maar schijn. Daar was Jan van der Peet hotemetoot en ook die was niet
altijd bereid om ons ongelimiteerd onze gang te laten gaan.
De schietbaan was wel veel spannender dan het kraaienbos. Er waren
grindpoorten waar ze doorheen moesten schieten om afdwalen van
kogels te voorkomen. Op het einde van de baan was het schietschijven
rek. Via een vernuftig katrolsysteem kwam de ene schijf naar je toe als je
de ander weg duwde. Prachtig speelgoed. Een houten boetje was de
bewaarplaats voor de schijven en vlaggen. Achter de schietschijf was een
enorme hoop zand waar de rode vlag op werd gezet als er geschoten
werd. De hoop deed dienst als kogelvanger. Daar kwam het lood terecht
en natuurlijk visten wij dat lood eruit want dat bracht geld op.
Iedere week reed Jansen met z'n scharesliep en voddenkar door Limmen
en dan verkochten wij dat lood, samen met de soepkluiven van thuis.
Achter de schietbaanhoop was nog een bosje van kreupelhout en
het geheel was omgeven door een oude wal.
Ook de tuinen in de omgeving waren omzoomd door hoge wallen.
Omdat de tuinders vaak erg veel last hadden van droogte gingen zij
30