Jaargang nr 8 1994 Dat kostte natuurlijk veel geld, en net als vele anderen had Vermeulen dat niet. Hij had daarom een schriftelijk verzoek aan de gemeente gestuurd (hij was tenslotte toch postbode) om een regeling te treffen met de gemeente Alkmaar. Dit leverde in de gemeenteraad een discussie op die wij niet zouden begrijpen in deze tijd. Nu kan een kind ongehinderd elke vorm van onderwijs volgen zonder dat daarbij de gemeente wordt ingeschakeld, behalve als de gemeente een en ander moet betalen. Toen moest de gemeente gewoon alles betalen in dit soort gevallen. De gemeenteraad had het er maar moeilijk mee, want stel je voor dat er teveel van dit soort kinderen zouden zijn, dan zou de gemeente in korte tijd financieel in de problemen komen. De Burgemeester stelde uiteindelijk voor om met het gemeentebestuur van Alkmaar te gaan praten om zodoende het kind op de Burgerschool te krijgen, maar de rekening zou toch zoveel mogelijk op de ouders worden verhaald. Uit latere notulen bleek dat een gemeenschappelijke regeling met Alkmaar de enige oplossing was, waardoor er gewoon meer kinderen het onderwijs in Alkmaar konden volgen, maar een deel van de kosten moest wel door de ouders worden betaald. SALARISSEN VAN ONDERWIJZERS EN GEMEENTEPERSONEEL. De salarissen waren in die tijd niet om over naar huis te schrijven voor veel mensen. Ook de ambtenaren en onderwijzers klaagden steen en been en wilden toch wel eens enige verbetering zien in hun financiën. Hierover hadden ze gezamenlijk een brief geschreven aan het gemeentebestuur met het vriendelijke verzoek hier toch eens over na te denken. Nou dat hadden ze gedaan, en het verzoek werd afgewezen. U moet zich voorstellen dat ene Arie Mooy die kruidenier was, blijkbaar ook geen vetpot, had gesolliciteerd naar de functie van hulptelegraafkantoorhouder. Die baan hield in dat hij bij nacht en ontij eventuele telegrammen moest rondbrengen in het dorp ingeval de telegraafkantoorhouder door omstandigheden niet kon, of niet aanwezig was. 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1994 | | pagina 25