Jaargang nr 8 1994
DE GEMEENTERAAD IN 1911
In de vorige aflevering van het jaarboekje van de Stichting Oud Limmen
heb ik het een en ander verteld over het jaar 1910 met de verwikkelingen
in dat jaar in de gemeenteraad. Het ligt dus voor de hand dat ik nu dus
verder ga met het jaar 1911.
Nu moet U vooral niet denken dat het mijn bedoeling is om op deze wijze
eindeloos door te gaan, want dan zou ik nog 80 jaar nodig hebben om tot
de jaren 90 te komen, en dat is mij zeer waarschijnlijk niet gegeven.
Ik zal pogen wat sneller door de diverse verslagen heen te komen en
alleen die voorvallen te belichten die de moeite van het vermelden waard
zijn.
Al lezende in die oude verslagen kom je tot de ontdekking dat er vaak
agendapunten in de raadsvergaderingen waren die enig vergelijk vertonen
met de feiten van nu, en dat is op zich al boeiend genoeg om dat wat uit te
diepen.
Dat vergelijk heeft vooral te maken met de Organisatie en ook het
financieel gedeelte. Het was alleen eenvoudiger, de bevolking was over
het algemeen arm en had niet veel wensen, of eisen zo U wilt, en zag erg
op tegen de gezagsdragers.
Helaas zijn veel van de oude raadsverslagen verloren gegaan, en kan ik
niet anders doen dan stapsgewijs met enkele grote sprongen melding
maken van voorvallen uit die tijd.
DE TIJD STOND EVEN STIL
In 1911 bestond het gemeentebestuur uit S.G.L.F. baron van Fridagh de
Burgemeester, Wethouder N. de Jong tevens locoburgemeester,
Wethouder P. Kuys; de overige raadsleden waren C. Pepping, C. Vis, T.
Valkering, J. Kleef en W. Kooy. Er was dus nog geen verandering
gekomen in de samenstelling van de raad en verkiezingen waren er nog
niet gehouden.
16