Henk van der Eem was bij de Koninklijke Marine, waar hij kok was aan boord van een patrouilleboot. Met die boot voeren zij langs alle eilanden van de archipel. Ter bevoorrading kwam zo'n patrouilleboot dikwijls aan de wal, maar nooit om aan land te vechten. Henk heeft dan ook nooit een schot hoeven lossen, maar heeft wel erg veel gezien van Indonesië. Kees Molenaar was kantinebeheerder; dat was in feite een bruin leven. Later kreeg hij een baantje als oppasser van een aalmoezenier en dan werd het zo nu en dan wel wat spannender. De aalmoezenier moest regelmatig de ronde doen langs de verspreid liggende posten. Dat was niet altijd zonder gevaar, maar de robuuste legeraalmoezenier was niet bang uitgevallen. Op een zo'n ronde langs de legeronderdelen, raakte de auto op de slechte weg vast en er was geen beweging meer in te krijgen. Kees moest lopend verder om bij een post mankracht en een sterke auto te halen, terwijl de aalmoezenier bij de uit het spoor geraakte auto bleef. Toen Kees goed en wel de post had bereikt kwam de man-Gods zelf met de auto aanrijden. "Hoe heb je dat voor elkaar gekregen", vroeg Kees. "O, heel eenvoudig," antwoordde hij, "Ik hield een stel van die bruine kerels aan en dwong ze de auto eruit te trekken. Afhankelijk van waar je gelegerd was en hoe je taak er uit zag had je het bar-en-boos slecht, tot best-naar-je-zin. Kees Droog, Wil Pepping en Toon van Heyningen waren hospitaal soldaten. Die hadden weer een heel ander verhaal, en soms was datin- triest. In het onvoorstelbaar grote Rijk, van meer dan tienduizend eilanden, was het niet overal kommer en kwel en wie geluk had op een rustig stekkie te zitten voelde zich soms als op vakantie. OEFENEN IN DE SNEEUW VOOR DIENST IN DE TROPEN In de strenge winter van 1946/47, toen heel Nederland bedolven lag onder een dik pak sneeuw, oefenden de soldaten van het 4de JAARGANG NR. 7 1993 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1993 | | pagina 36